Negatieve kleef ontstaat door zakkende grondlagen. De grondlagen zakken harder dan de funderingspalen. Klei blijft aan de houten palen kleven en gaat als het ware aan de palen hangen. Hierdoor ontstaat een extra belasting op de houten funderingspalen waardoor de houten paalfunderingen omlaag worden getrokken. Het resterende draagvermogen van de houten paalfundering wordt hierdoor beperkt omdat in het verleden geen rekening is gehouden met het optreden van negatieve kleef.

Zakkende grondlagen ontstaan onder andere door ophoging van de straat of door ophogen van terreinen om het bouwrijp te maken. Doordat straten steeds weer met zand worden opgehoogd drukt dit antropogene pakket, de aangebrachte ophooglaag, zwaar op de slappe ondergrond en versterkt de negatieve kleef. Achtertuinen en kruipruimtes worden in de meeste gevallen niet opgehoogd waardoor verschillen in inklinking van de bodem ontstaat dus ook verschillen in negatieve kleef op de houten funderingspalen. Hoekpanden worden hierdoor aan twee gevelzijde extra belast.

Met negatieve kleef werd vóór 1965 nagenoeg geen rekening gehouden.

Schade aan gebouwen ten gevolge van zakkingsverschillen waarbij negatieve kleef een rol speelt, houdt meestal verband met verschillen in  vormveranderingsgedrag van de palen in een fundering. Enkele palen gedragen dan zich veel ‘stijver’ doordat ze toevallig  iets dikker zijn uitgevallen of in een iets betere zandlaag staan. Als alle palen onder een bouwwerk een even slecht vormveranderingsgedrag vertonen, is de zakking gelijkmatig en zal negatieve kleef nauwelijks tot schade leiden.

Meer informatie?

Neem gerust contact met ons op